In 2007 is de Wetenschappelijke Raad van de NVT ingesteld door het bestuur van de NVT. In deze raad hebben de Nederlandse hoogleraren Chirurgie met als leeropdracht de “traumachirurgie” zitting. De Wetenschappelijke Raad komt 2 keer per jaar bijeen tijdens het reguliere Hoogleraren Overleg Traumachirurgie.
De Wetenschappelijke Raad is als volgt samengesteld:
Prof. Dr. M. Poeze, Maastricht Universitair Medisch Centrum
Prof. Dr. M.J.R. Edwards, Universitair Medisch Centrum St. Radboud Nijmegen
Prof. Dr. I.B. Schipper, Leids Universitair Medisch Centrum
Prof. Dr. M.H.J. Verhofstad, ErasmusMC Rotterdam
Prof. Dr. J. Carel Goslings, OLVG Amsterdam
De Wetenschappelijke Raad adviseert het bestuur van de NVT gevraagd en ongevraagd over de wetenschappelijke richting van de NVT en de wetenschappelijke professionalisering van de leden van de NVT.
Als belangrijkste taak heeft de Wetenschappelijke Raad het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek door en samen met de leden van de NVT. Daarbij kan o.a. gedacht worden aan:
- het definiëren van onderzoekslijnen binnen de NVT
- het stimuleren van hoogwaardig en multicenter onderzoek
- het begeleiden en adviseren bij subsidie aanvragen (bijv. ZonMw) vanuit de ziekenhuizen
- het inventariseren van de wetenschappelijke output van de traumacentra
In het afgelopen jaar is in samenwerking met een aantal klinisch epidemiologen afkomstig uit het ZonMw/NVT programma (zie elders in dit jaarboek) een eerste aanzet gegeven voor het opzetten van een landelijk trialbureau van de NVT. Er zijn diverse onderzoeksconsortia binnen andere medische specialismen in binnen- en buitenland die daarbij als voorbeeld kunnen dienen.
Daarnaast zal o.a. door middel van een Delphi procedure onder leden van de NVT en NVOT geïnventariseerd worden op welke gebieden het traumachirurgisch onderzoek in Nederland zich de komende jaren vooral moet richten. Momenteel zijn al diverse multicenter prospectieve gerandomiseerde trials binnen en buiten de traumacentra in voorbereiding of in de inclusiefase, hetgeen een goede ontwikkeling is.
Voorwaarde voor het slagen van bovenstaande initiatieven is het gezamenlijk indienen van subsidie-aanvragen en de bereidheid wetenschappelijke output met elkaar te (ver)delen.