Korte en krachtige tractie op de geproneerde hand/pols met elleboog in extensie. Voornamelijk bij kinderen < 5 jaar. Typisch ontstaat dit door een rukje van ouder aan de arm van een kind dat niet wil doorlopen. Soms ontstaat het ook door een val en waarbij kind even blijft hangen aan arm.

Pijn, kind gebruikt arm NIET! Pijn bij flexie en extensie. Pro en supinatie niet mogelijk.
Het is een klinische diagnose!!! Anamnese belangrijk.

X-elleboog. Vaak zonder afwijkingen, wel van belang om andere letsels uit te sluiten. Soms gebeurt de repositie op de radiologie afdeling door supinatiebeweging en flexie tijdens maken van foto

Geen.

Indicatie: altijd

Therapie: Soms “spontane” repositie tijdens maken van de röntgenfoto. 2 repositie technieken:

1. Supinatie techniek (meestal): Eerst lichte tractie (extensie) aan onderarm en dan krachtig supineren en flecteren (90 graden of meer) met druk van de duim op de radiuskop. Soms voel je een klik. Pijn is niet direct verdwenen.

2. Pronatie techniek (als supinatie techniek faalt): Elleboog naar volledige extensie en onderarm ondertussen hyperproneren. Soms voel je een klik. Pijn is niet direct verdwenen.

 

Na repositie het kind een kwartier lang observeren in wachtkamer, indien het de arm weer gebruikt is de repositie geslaagd.

Indien niet succesvol: 2^e poging, daarna liever spontane repositie afwachten. Controle volgende dag. Altijd controleren tot functie volledig hersteld. Indien geen spontane verbetering na een dag, andere diagnose overwegen.

 

Nabehandeling en controles: GEEN.

Duidelijk uitleg geven dat de eerste 24 uur arm nog pijnlijk kan zijn en derhalve arm minder gebruikt wordt. Er moet wel progressie zijn. Indien persisterende pijn volgende dag retour.

 

Complicaties: Enkele dagen pijn. Grootste risico is missen van andere diagnose.