Remodellering van fracturen
Algemene tekst
Naast de remodellering die plaats vindt tijdens de normale groei vindt er, bij kinderen, ook remodellering plaats tijdens en na de fractuurgenezing. Hierdoor kunnen as-afwijkingen of lengtestoornissen spontaan gecorrigeerd worden. Dit geschiedt door groeistimulatie van de epifysair schijf en adaptatie van de periostale groei bij het meta-, en diafysaire fracturen. Hierbij spelen twee processen een rol:
Wet van Wolff: remodellering door periost
In het algemeen geldt:
De lengte groei van het been vindt juist plaats rond de knie in de proximale tibia en distale femur
Wet van Wolff: remodellering door periost
- Diafysair niveau
- Vorming van bot waar het biomechanische noodzakelijk is en resorptie waar de aanwezigheid niet noodzakelijk is
- Compressie aan de concave zijde van de fractuur stimuleert nieuw subperiostaal botweefsel
- Trekkracht aan convexe zijde van de fractuur stimuleert resorptie
- Epifysair niveau
- Groeischijven aan weerszijden van een fractuur hebben sterke biologisch neiging tot groeicorrectie
- De groeischijf komt uiteindelijk weer loodrecht op de aslijn van het bot te staan
- Na het bereiken van deze positie wordt de groei weer symmetrisch
In het algemeen geldt:
- Hoe jonger het kind, hoe groter het vermogen tot spontane as, stand- en lengtecorrectie.
- Hoe dichter bij de groeischijf, hoe sterker de remodellering
- Standsafwijkingen parallel aan de bewegings-as van het gewricht corrigeren beter dan standsafwijkingen die loodrecht op de bewegings-as staan.
- Rotatie afwijkingen worden weinig of niet gecorrigeerd.
De lengte groei van het been vindt juist plaats rond de knie in de proximale tibia en distale femur