Radiusschachtfractuur, ulnaschachtfractuur, geïsoleerd
Traumamechanisme
Direct inwerkend trauma. Ulna vaak pareer fractuur.
Klinische presentatie
Pijn, zwelling, functio laesa, pijn vnl. bij rotatie onderarm.
Aanvullend onderzoek
X onderarm AP en lateraal met elleboog en pols op 1 plaat.
Classificatie volgens AO type 22
Ulna AO 22-ABC1
Radius AO 22-ABC2
Conservatieve behandeling
Indicatie: zelden, eventueel bij mid of distale, <10° angulatie, niet-gedisloceerde, geïsoleerde ulnafracturen. Deze fracturen, zeker de proximale, hebben een grote kans op vertraagde en non-union indien niet operatief behandeld.
Therapie: 3 - 4 weken bovenarmgips met elleboog in 90° flexie en pols in neutrale stand, gevolgd door 3 weken nauw aansluitend onderarmgips in neutrale prosupinatie.
Nabehandeling en controles:
- 1 week:
- X
- 6 weken:
- X, daarna op geleide consolidatie
- 12 weken:
- X, functie
Complicaties : delayed- of non-union ulna, rotatiebeperking na radius fractuur, stijfheid na langdurig gips.
Operatieve behandeling
Indicatie: gedisloceerde fracturen en/of >10° angulatie en/of proximale fracturen.
Therapie: osteosynthese, anatomisch herstel obligaat.
Nabehandeling en controle: functioneel, eventueel 1 week gips voor wondgenezing.
- 1 - 2 weken:
- controle wond en functie
- 6 weken:
- controle functie en X
- 12 weken:
- alleen op indicatie
Complicaties : infectie, zenuwbeschadiging (n. ulnaris), delayed- of non union, functiebeperking, CRPS, last van het materiaal, radio-ulnaire synostosis