Quadricepspees ruptuur
Traumamechanisme
Sportletsels, maar ook spontaan, bij geforceerd extenderen van de knie. Bij Diabetes en anabolen gebruik vaker spontane ruptuur, evenals bij ouderen, vnl. mannen ouder dan 50 jaar.
Klinische presentatie
Pijnlijke rest strekfunctie van de knie, of onmogelijkheid de knie volledig te strekken. Bij een volledige ruptuur kan een rest strekfunctie bestaan. Vaak is er een delle palpabel op aan de bovenrand van de patella. Haemarthros.
Aanvullend onderzoek
X knie AP en lateraal.
Echo knie, bij twijfel over de diagnose, maar echo heeft vaak moeite om partieel tegenover volledige ruptuur te differentiëren. Hier is de kliniek belangrijk.
Geen
Differentiaal diagnose: andere knieletsels zoals ruptuur van ligamentum patellae, patellafractuur, patellaluxatie met retinaculumletsel
Conservatieve behandeling
Indicatie: partieel letsel, daarbij intacte strekfunctie.
Therapie: 6 weken loopkoker/brace in strekstand (0°). Overweeg een scharnierbrace die in extensie wordt vastgezet voor het lopen maar waarmee de flexie progressief onbelast geoefend kan worden.
Nabehandeling en controles:
- 6 weken:
- Gips/brace af en oefenen, eventueel fysiotherapie
- 12 weken:
- zo nodig controle functie
Complicaties: deficiënte strekfunctie
Operatieve behandeling
Indicatie: extension lag, dus vrijwel altijd.
Therapie: hechten/adapteren strekapparaat (fixatie aan patella door boorkanalen of met ankers),
Nabehandeling en controles:
- loopkoker in strekstand voor 6 weken, alternatief is een scharnierbrace vast in extensie voor het lopen en progressief mobiel voor onbelast oefenen.
- 1-2 weken:
- wond controle
- 2 of 4-6 weken:
- vanaf 2 of 4 weken belast lopen in extensie met vaste scharnierbrace of koker. Onbelast scharnierbrace toenemend los (2 weken 30 graden, 4 weken 60 graden) of gips af voor onbelaste passieve ROM en isometrische oefeningen onder begeleiding van fysiotherapie. Vanaf 6 weken volledige belasting zonder koker.
- 8 weken:
- controle functie, evt. uitbreiden fysiotherapie
- 12 weken:
- zo nodig controle functie
Complicaties: beperkte flexie door adhesies, deficiënte strekfunctie, heterotopische ossificatie, DVT.