Patella fractuur
Traumamechanisme
Hyperextensie, direct trauma, (te) actieve extensie knie.
Klinische presentatie
Pijn + zwelling, haemarthros, onvermogen de knie actief te strekken of gestrekt te heffen.
Aanvullend onderzoek
X-knie AP en lateraal: cave anatomische variantie patella bipartita
X-patella
Classificatie volgens AO Type 34
- Type A: Extra-articulair, avulsie (fractuur) patella pees
- Type B: Partieel intra-articulair, intacte strekfunctie
- Type C: Intra-articulair, volledige verlies strekfunctie
Conservatieve behandeling
Indicatie: intacte strekfunctie, geringe dislocatie (< 3 mm).
Therapie: evt. haemarthros punctie, loopkoker in lichte flexie 4-6 weken.
Nabehandeling en controles:
- 2 weken:
- X
- 6 weken:
- X, gips af en oefenen
- 12 weken:
- X, functie
Complicaties: secundaire dislocatie, malunion, patellofemorale arthrose, vermindering van ROM (extensie), osteonecrose.
Operatieve behandeling
Indicatie: geen strekfunctie: extension lag (discrepantie tussen passieve en actieve extensie), dislocatie > 3 mm.
Therapie:
- Bij niet comminutieve fractuur: repositie en Zuggurtung osteosynthese met evt. trekschroef
- Bij comminutieve fracturen, waarbij reconstructie niet mogelijk is: partiële resectie patella (grootste fragment in situ laten), hechten strekapparaat en ontlastende cerclage tussen tuberositas tibiae en rest van de patella.
- Fractuur patella-onderpool: behandelen als patellapees ruptuur; hechten en cerclage
Nabehandeling en controles:
- Bij niet comminutieve fractuur: meestal functioneel soms loopkoker voor 6 weken.
- Bij comminutieve fractuur: loopkoker met knie in extensie voor 6 weken
- 2 weken:
- X, oefenen2
- 6 weken:
- X, gips af, belasten, oefenen
- 12 weken:
- X, functie
Complicaties: infectie, irritatie of falen OSM, nonunion, malunion, arthrose, verminderde ROM, osteonecrose.