Mallet finger

Traumamechanisme

Hyperflexie letsel.

Klinische presentatie

Standsafwijking; DIP in flexie, actieve extensie beperking. Soms ook een pijnlijke bult dorsale zijde DIP.  Indien er ook een hyperextensie in PIP is, wordt dit een Swan Neck deformiteit genoemd.

Aanvullend onderzoek

X: AP, zuiver lateraal en evt. 2 x oblique.

Classificatie volgens Doyle, Classificatie volgens Wehbe en Schneider

Beschrijvend:

  • Zuiver peesletsel = tendinogeen Mallet
  • peesletsel met dorsaal avulsie fragment. = ossale Mallet.
  • Instabiele variant: peesletsel met avulsie fragment > 50% gewrichtsoppervlakte waardoor er instabiliteit in DIP ontstaat met dislocatie van P3 naar volair door tractie flexorpees.

Conservatieve behandeling

Indicatie: vrijwel altijd. Zuiver peesletsel, fracturen zonder subluxatie van het DIP.
Therapie:

  • Periode :
    • Mallet spalk (op maat gemaakt, PIP vrij), 6 (ossaal) – 8 (tendinogeen) weken, non-stop, indien onderbreken van immobilisatie- periode, herstarten!
    • Geen tussentijdse functiecontroles, wel zo nodig controle spalk.
  • Periode 2:
    • indien na 1ste periode DIP volledige extensie vertoont zonder spalk: start fysiotherapie, spalk alleen af tijdens fysiotherapie, gedurende 2 weken. Bij onvolledige extensie verlengen spalktherapie met 4 weken
  • Periode 3:
    • continueren handtherapie, spalk tijdens sport en voor de nacht, 2-4 weken. Na 12 weken in principe volledig belast.

Let op: Bij neiging Swanneck (= hyperextensie/laxiteit PIP door volaire plaat letsel): een combi spalk: mallet + extensieblok PIP!
Nabehandeling en controles: eerste 6 weken op zeer regelmatige basis (controle spalk, controle huid, controle flexie PIP). Na 6 weken: controle DIP zonder spalk. Afhankelijk hiervan start periode 2 (zie boven).
Complicaties: blijvende functiebeperking, extensiebeperking, Swanneck deformatie, huidproblematiek.

Operatieve behandeling

Indicatie: open letsel, gesloten letsels: zelden, mede ook gezien de hoge kans (tot 53%) op complicaties na chirurgie. Relatieve indicaties: dorsaal fragment > 30% van het gewrichtsoppervlak, fracturen met niet corrigeerbare (in spalk) volaire subluxatie distale phalanx, benige Mallet van de duim, comminutieve fractuur (pilon), Swanneck deformatie.
Therapie: extension block pinning, evt. haakplaatje gevolgd door immobilisatie spalk.
Nabehandeling en controles: Mallet spalk 2-6 weken

  • 1 week:
    • wondcontrole                                                   
  • 4 weken:
    • X, K-draad verwijderen
  • 12 weken:
    • functie en stabiliteit

Complicaties: hoge kans (tot 53%) op post-operatieve complicaties: huidproblemen, infecties, osteomyelitis, gedeformeerde nagel en  secundaire dislocatie. Voorts als bij de conservatieve behandeling.