Floating shoulder
Algemene tekst
Ophangmechanisme van de schouder bestaat uit 2 kolommen (“struts”): clavicula en spina scapulae (A) en een “ring” (B) (zie figuur), tezamen het zogenaamde Superior Shoulder Suspensory Complex (SSSC).
Drie componenten van het SSSC:
- Clavicula met het AC-gewricht en het acromion
- Clavicula met de coracoclaviculaire ligamenten en het coracoïd
- Scapula (blad, hals, en glenoïd)
Floating shoulder alleen bij aanwezige clavicula fractuur in combinatie met ipsilateraal:
- fractuur van spina scapulae (waaronder glenoid hals) Acromion
- ruptuur van Acromioclaviculaire (AC) en Coracoclaviculaire (CC) ligamenten
De essentie is dat er geen continuïteit meer is vanuit zowel de scapula als de clavicula voor het laterale deel met glenoid.
Traumamechanisme
Hoog energetisch letsel.
Klinische presentatie
Pijn, volledige functio laesa, hematoomvorming rondom schouder, afwijkende stand clavicula, dropping shoulder door fractuur dislocatie (pas op niet te verwarren met schouder luxatie). Veel geassocieerde letsels.
Aanvullend onderzoek
X schouder (3R, AP, lateraal en axiaal). Laagdrempelig CT scan (o.a. bij twijfel of verdenking intra-articulair).
MRI zelden, na overleg supervisor.
Geen.
Conservatieve behandeling
Indicatie: geen of geringe dislocatie van glenoid, fractuurlijn mediaal van coracoid.
Therapie: mitella/sling 6-8 weken.
Nabehandeling en controles:
- 1 week:
- X, start oefeningen, eerst onbelast, waarna opbouwen
- 6 weken:
- X, functie en oefenen?
Complicaties: nonunion, malunion, impingement, neurovasculaire compressie, delayed union, functie- en krachtsverlies, artrose bij intra-articulair component.
Operatieve behandeling
Indicatie: mediale dislocatie glenoid > 3 cm met dislocatie clavicula, dislocatie scapula hals > 25 mm, dislocatie scapulahals met glenopolar angle < 30°. Progressie migratie bij start conservatieve behandeling.
Therapie: Behandel de “simpele” fractuur dus osteosynthese clavicula.
Nabehandeling en controles: Mitella/sling 1 week
- 1 week:
- X, uitleg revalidatietraject, start (begeleid) oefenen, eerst onbelast, waarna opbouwen
- 6 weken:
- X, functie en oefenen
Complicaties: nonunion, malunion, impingement, neurovasculaire compressie.