Amsterdam, 2 januari 2018
Traumachirurgen hebben deze jaarwisseling meer patiënten behandeld met letsels ten gevolge van vuurwerk dan vorig jaar.
De Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie (NVT) heeft dit jaar ruim negentig patiënten met vuurwerkverwondingen gerapporteerd, waarvan maar liefst 40 kinderen. Het totaal aantal slachtoffers is met ruim een kwart toegenomen ten opzichte van afgelopen jaar (95 patiënten dit jaar versus 72 patiënten vorig jaar).
Bijna 30% van de vuurwerkslachtoffers moest dezelfde nacht of de volgende dag geopereerd worden. Bij 30% is er waarschijnlijk sprake van blijvende schade, waarbij het gaat om amputaties, blijvend functieverlies van handen of ogen en permanente littekens door diepe brandwonden. Van deze blijvende letsels is meer dan de helft jonger dan 16 jaar.
De meerderheid van de slachtoffers (65%) had het vuurwerk zelf afgestoken, maar bij 35% was het afgestoken door omstanders.
In 50% van alle vuurwerkverwondingen gaat het om legaal vuurwerk. In 10% van de gevallen werd aangegeven dat er sprake was van illegaal vuurwerk en in 40% van de gevallen was het onbekend.
Veruit de meeste slachtoffers kwamen op 1 januari na middernacht. Slechts een klein percentage (8%) kwam op 31 december vóór 18.00 uur, het tijdstip waarop er officieel gestart mag worden met het afsteken van vuurwerk.