Traumachirurgen constateren iets minder letsels door vuurwerk

Amsterdam, 2 januari 2019

 

Traumachirurgen hebben deze jaarwisseling weer veel patiënten behandeld met letsels ten gevolge van vuurwerk.

De Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie (NVT) heeft dit jaar 90 patiënten met vuurwerkverwondingen gerapporteerd, waarvan maar liefst 32 kinderen. Het totaal aantal slachtoffers dat gezien is door een traumachirurg, is iets afgenomen ten opzichte van vorig jaar (90 patiënten dit jaar versus 95 patiënten vorig jaar).

Bijna 30% van de vuurwerkslachtoffers moest dezelfde nacht of de volgende dag geopereerd worden. Bij 30%, waaronder 7 kinderen, is er waarschijnlijk sprake van blijvende schade. Hierbij gaat het om amputaties van handen of vingers, blijvend functieverlies van handen of ogen en permanente littekens door diepe brandwonden.

Bijna de helft van de slachtoffers (44%) had het vuurwerk niet zelf afgestoken, maar was als omstander gewond geraakt.

In 50% van alle vuurwerkverwondingen ging het om knalvuurwerk, in 32% om siervuurwerk. In 15% van de gevallen werd aangegeven dat er sprake was van illegaal vuurwerk en in 36% van legaal vuurwerk. In 49% van de gevallen bleek het onbekend of het legaal of illegaal was.

Verder viel op dat 25% van de slachtoffers al gewond was op 31 december vóór 18.00 uur, het tijdstip waarop er officieel gestart mag worden met het afsteken van vuurwerk. Vorig jaar was dit slechts 8%.

Gezien de hoeveelheid slachtoffers en het feit dat een groot deel onschuldige omstander is, pleit de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie voor een verbod op consumenten vuurwerk.

 

(foto: Ad.nl)