X onderbeen/enkel AP en lateraal

Niveau proximaal / midschacht / distaal
Torus, greenstick, volledig
Dislokatie

Indicatie: Meestal
Therapie: Repositie zonodig (onder adekwate pijnstilling). Bovenbeensgips en X-controle
Alleen bij zeer distale fractuur evt onderbeensgips
Nabehandeling en controles:
Belasten afhankelijk van fractuur type en callusvorming
Meestal 3 weken bovenbeensgips en 3 weken onderbeensgips of sarmiento brace (totaal 4-8 weken);

• 1 week:
  • X
• 2-4 weken:
  • X, gipswissel naar onderbeensgips, evt. Loopgips
• 6-8 weken:
  • X, gips af

Complicaties: Varusstand bij geïsoleerde tibia fractuur, compartiment syndroom, malunion, groeistoornissen, beenlengte verschil.

Indicatie: Soms, bij instabiele fracturen, met name bij adolescenten. Open fracturen
Therapie: 2 Prevotpennen vanaf proximaal naar distaal
Alternatief: plaatosteosynthese, intramedulaire grendelpen (cave groeischijf!), fixateur externe.
Nabehandeling en controles: meestal oefenstabiel, 4 weken onbelast, 4 weken belast

• 2 week:
  • X, wondcontrole, HV
• 4 weken:
  • X, start belasten
• 8 weken:
  • X, geen beperkingen meer
• 6 maanden:
  • Verwijderen osteosynthese materiaal

Complicaties: infectie, compartiment syndroom, spitsvoet, delayed union, vervroegd sluiten groeischijven, beenlengte verschil.

Therapie: Altijd conservatief, vooral functioneel, eventueel gips ter pijnstilling
Nabehandeling en controles: 4 weken, waarvan 1 week onbelast

• 1 week:
  • X, evt. wissel naar loopgips
• 4 weken:
  • Gips af, volledig belasten

Complicaties: pijn, malunion, delayed union, groeistoornissen.