Niet operatieve behandeling

Algemene tekst

Conservatieve behandeling is een intensieve behandeling.

Niet-gedisloceerde stabiele fracturen worden met gipsimmobilisatie gestabiliseerd en uitbehandeld volgens de richtlijnen.
Gedisloceerde stabiele fracturen worden met gesloten repositie onder lokale anaesthesie  gereponeerd en met gips gestabiliseerd en uitbehandeld volgens de richtlijnen.


Niet-gedisloceerde instabiele fracturen, kunnen soms met gipsimmobilisatie worden behandeld. Overleg eventueel met de achterwacht, en indien geïndiceerd, frequent controleren (X-foto) op secundaire dislocatie, meestal al na enkele dagen tot een week.
Gedisloceerde en/of instabiele fracturen worden doorgaans operatief, c.q. gesloten, op de OK behandeld en gestabiliseerd met (percutaan)osteosynthese materiaal.
Het doel van operatief behandelde fracturen is in principe:

  • Repositie
  • Stabilisatie
  • Oefenmogelijkheid
  • Belastbaarheid

Repositie

  1. Als een repositiepoging goede kans van slagen heeft is een poliklinische behandeling geïndiceerd. Bij kinderen echter steeds individueel het kind en de ouders beoordelen, bij de geringste twijfel opname-indicatie (bij kinderen veelal een dagopname) voor repositie onder narcose stellen.
  2. Als de kans op slagen van de 1e repositie op voorhand klein geacht wordt, moet een andere vorm van verdoving (plexus, epiduraal, narcose) en repositie onder doorlichting op de OK overwogen worden (opname-indicatie).
  3. Lokaal anaesthesie volgens Böhler: strikt steriele infiltratie van het fractuurhaematoom met max. 20 ml lidocaïne 1%.
  4. Böhler anesthesie is gecontraïndiceerd bij open fracturen en belangrijke contusie van de weke delen.
  5. Eventueel dormicum i.v., zie lokale PSA richtlijn.
  6. Repositie zo elegant en geleidelijk mogelijk, let op de huid bij dreigende perforatie, ouderen en prednison gebruik!
  7. Immobilisatie met gips: zie richtlijnen aanleggen gipsverband.
  8. Angulatie is in toenemende mate acceptabel, naarmate het kind jonger is en de fractuur dichter bij het gewricht is.
  9. Na repositie altijd CONTROLEFOTO (2 richtingen), controle sensibiliteit en vascularisatie.
  10. Nooit zonder overleg met achterwacht een 2e repositie doorvoeren, bij kinderen nooit meer dan 1 repositie onder locaal anesthesie!
  11. Patiënt met gips van de arm gedurende 3-7 dagen mitella,
  12. Bij bovenarmsgips gedurende de gehele gipsimmobilisatie mitella of collar and cuff voorschrijven. let op de knoop in de hals bij een mitella en het draagcomfort bij een collar and cuff (juiste hoogte).
  13. Patiënt met gips van het been gedurende 3-7 dagen (bed)rust, been hoog leggen, oefen-instructies voor omliggende vrij te bewegen gewrichten geven, instructies geven en uitleggen m.b.t. gips (gipsfolder meegeven)!