Luxatie elleboog

Traumamechanisme

Val op elleboog of uitgestrekte hand, hoog energetisch trauma.

Klinische presentatie

Veel pijn, opgeheven functie. Afwezigheid driehoek van Hueter. Cave neurovasculaire bedreiging (n. medialis en a.brachialis) of geassocieerde letsels (oa pols-gewricht).

Aanvullend onderzoek

X elleboog AP en lateraal, eventueel een CT scan ter identificatie van een terrible triad.
Het is vooral een weke delen letsel, op de röntgenfoto zie je meestal niet zoveel. De combinatie van een posterieure luxatie met een radiuskop- en processus coronoideus-fractuur (zie ook hoofdstuk 4.5) komt veelvuldig voor: Terrible Triad (Cave: persisterende instabiliteit van het elleboogsgewricht!).

  • Anterieur  (zeldzaam)
  • Mediaal
  • Divergent
  • Posterieur (98%)
  • Lateraal
Schermafbeelding 2019-11-07 om 10.29.16.png

Conservatieve behandeling

Indicatie: luxatie met fragment < 1/3 van de processus coronoideus.
Therapie: eventueel intra-articulaire verdoving met Lidocaïne.
Posterieure luxatie: 3 technieken

  • Gesloten repositie door tractie in 60˚ flexiestand van het elleboogsgewricht.
  • Longitudinale tractie in 45° flexie met druk op olecranon
  • Prone-techniek: buikligging met humerus steunend op tafel en ellboog in 90° flexie en lichte pronatie à 1 hand duwt olcranon naar beneden en andere hand trekt aan onderarm.

Anterieure luxatie:

  • Supine techniek: rugligging humerus steunend op tafel, met 2 handen fixeren en een ander geeft in-line tractie.

Post reductie controle stabiliteit:

  • AMCL disruptie: valguslaxiteit met onderarm in pronatie.
  • Varusinstabiliteit testen met endorotatie van de schouder.
  • Laterale pivot-shift bij posterolaterale rotatoire instabilitiet: supinatie met valgus en axiale compressie. Eerst ontstaat er een subluxatie van radius en ulna  tov de humerus en dan bij verder flecteren naar 40° reponeert het zich.

Bij stabiliteit (zonder fracturen): een drukverband en sling voor max 1 week ter pijnbestrijding. Start mobilisatie o.g.v. pijn na 2 dagen. Eerste 3 weken is passieve extensie voorbij de 30° niet toegestaan. Start evt. fysiotherapie na 3 weken indien er sprake is van functie beperking. Gips geeft een minder goede outcome.
Bij instabiliteit en/of geassocieerde fracturen: 3 weken bovenarmgips in 90° flexiepositie met de onderarm in neutrale positie gevolgd door fysiotherapie (vs. operatieve behandeling).
Nabehandeling en controles:

  • 1 week:
    • X, i.o.m. supervisor nog 2 weken scharniergips/brace of functioneel 6 weken onbelast
  • 3 weken:
    • X, en oefenen
  • 6 weken:
    • X op indicatie, functie
  • 12 weken:
    • X, functie, FT op indicatie

Complicaties: reluxatie, functiebeperking elleboogsgewricht, instabiliteit collaterale bandapparaat met name van ligamentum collaterale ulnare, compartiment syndroom, a. brachialis compressie, neuropraxie n. medialis of n. ulnaris flexie contractuur, ante-brachialis letsel (altijd pols voelen).

Operatieve behandeling

Indicatie: Bij mislukken van de onbloedige repositie bij volwassenen, repositie onder narcose. Terrible Triad letsel, persisterende of reluxatie elleboogsgewricht na repositie (meestal is er dan een radiuskop fractuur en/of ruptuur ligamentum collaterale ulnare en/of fractuur van de processus coronoideus). Discongruentie van het gewrichtsvlak door interpositie. Luxatie met fragmenten ≥ 1/3 van de processus coronoideus.
Therapie: Bij persisterende instabiliteit met sub- of reluxatie en/of geassocieerde fracturen: ORIF/prothese radiuskop en evt. ORIF processus cornoideus om de  aanhechting van het anterieure mediale collaterale ligament te waarborgen. Indien dan nog persisterend instabiel -> dynamische elleboogfixateur 6 weken.
Controlefoto op OK
Nabehandeling en controles: oefenstabiel, 6 weken onbelast

  • 1 week:
    • X
  • 3-6 weken:
    • X, eventueel scharnierbrace (0°-30°-90˚)
  • 6 weken:
    • afname gips/scharnierbrace: oefentherapie zonder geforceerde extensie
  • 12 weken:
    • X, eventueel starten fysiotherapie

Complicaties : reluxatie, pijn en functiebeperking elleboogsgewricht, instabiliteit collaterale bandapparaat met name van ligamentum collaterale ulnare, DRU-gewricht instabiliteit, n. radialis letsel, arthrose radio-humerale gewricht, compartiment syndroom.