Diagnostiek

Anamnese

Vraag altijd specifiek naar de oorzaak van het ongeval en het traumamechanisme. Zowel aan begeleiders als kind. Dat is belangrijk om inzicht in het letsel te vergroten, maar ook omdat niet-accidenteel-letsel (kindermishandeling) uit te sluiten. In ieder ziekenhuis is tegenwoordig een richtlijn voor het herkennen van kindermishandeling aanwezig en dat dient te allen tijde te worden gevolgd. Voor meer informatie zie hoofdstuk Kindermishandeling.

Lichamelijk onderzoek

Het lichamelijk onderzoek bij kinderen met pijn is moeilijk, maar nooit onmogelijk. Onderzoek altijd het gehele ledemaat, wegens de mogelijkheid van referred pain (letsel proximaal , klachten distaal). Hou rekening met andere letsels. Voer altijd neurovasculair onderzoek uit distaal van de fractuur. De refill is altijd goed te bepalen. Motorisch maar ook sensibiliteits onderzoek is na goede pijnstilling en immobilisatie en geruststelling, en indien symmetrisch onderzocht, ook bij een kind vaak goed en betrouwbaar uit te voeren.

Röntgenonderzoek

Zorg altijd voor goede kwaliteit foto’s in twee richtingen. Goede foto’s vereisen vaak actieve hulp van de dokter.
De interpretatie van röntgenfoto’s is een uitdaging. Bij kinderen is het skelet slechts ten dele verbeend, en dit veranderd ook nog eens met de leeftijd / in de loop van de groei. Hierdoor wordt het lastiger om fracturen vast te stellen.

Interpretatie van röntgenfoto’s vereist dus kennis van het veranderende kinderskelet. Bijvoorbeeld van het moment waarop secundaire botkernen zichtbaar worden en volledig verbenen, hierover is zeer veel documentatie te vinden. Bij twijfel daarom altijd eerst nazoeken in literatuur of overleggen met de radioloog of je achterwacht. Maak niet standaard foto’s van de contralaterale zijde want dat is zelden nodig.

Beschrijf de fractuur en de dislocatie: Angulatierichting (varus-valgus), Translatie, Rotatie.
Meet de angulatie in graden
Documenteer dit goed voor en na repositie.

Echografisch onderzoek

kan behulpzaam zijn bij schouder-, elleboog- of heupletsels bij zeer jonge kinderen, bij wie de botkernen nog niet zichtbaar zijn op röntgenfoto’s.

CT onderzoek

Is aangewezen bij twijfel over het verloop van intra articulaire fracturen of het vaststellen van een operatie indicatie. Terughoudendheid met CT onderzoek van romp.

MRI onderzoek

Kan helpen bij het vaststellen van fracturen door niet gecalcificeerde botdelen, dus bij twijfel over de diagnose bij zeer jonge kinderen. Dat betekent meteen dat MRI onder narcose plaats moet vinden, indicatie gebied is dus zeer klein. Wel frequent bij verdenking (knie)bandletsel bij adolescent.

Radiologische Classificatie

De indeling van epifysaire letsels volgens Salter-Harris
De indeling van de niet-epifysaire letsels is volgens de AO pediatric classification
https://surgeryreference.aofoundation.org/orthopedic-trauma/pediatric-trauma

Wellicht nog belangrijker is een accurate beschrijving en meting van de afwijkingen